In 2025 zal de wettelijke pensioenleeftijd stijgen naar 66 jaar, terwijl deze tot 31 december 2024 nog op 65 jaar blijft. Vanaf 2030 wordt de leeftijd opgetrokken naar 67 jaar, zowel voor vrouwen als mannen in alle sectoren: de privésector (werknemers en zelfstandigen) en de publieke sector (ambtenaren, behalve uitzonderingen).

Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand volgend op de wettelijke pensioenleeftijd, de wijziging geldt dus voor pensioenen die ingaan vanaf 1 februari 2025. De ingangsdatum is dus afhankelijk van de geboortemaand en de wettelijke leeftijd evolueert als volgt:

Elke werknemer heeft de mogelijkheid om vervroegd pensioen aan te vragen onder bepaalde voorwaarden rond leeftijd en loopbaan. Dit betekent: vanaf minimaal 63 jaar met een beroepsloopbaan van 42 jaar, en in geval van een lange loopbaan, minimaal 60 jaar met 44 loopbaanjaren of minimaal 61/62 jaar met 43 loopbaanjaren. 

Hoewel het pensioen het einde van de arbeidsovereenkomst met zich meebrengt, leidt het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd niet automatisch tot beëindiging van de arbeidsrelatie. Werknemers kunnen, indien zij dat wensen en met toestemming van de werkgever, hun loopbaan voortzetten na de wettelijke pensioenleeftijd: 65 jaar in 2024 of 66 jaar vanaf 2025. 

Werkt u in de  openbare sector als ambtenaar, dan eindigt uw statuut automatisch op de wettelijke pensioenleeftijd. In de privésector is dit echter niet het geval. Clausules die voorzien in het beëindigen van de arbeidsovereenkomst op de wettelijke pensioenleeftijd, worden als nietig beschouwd volgens de wet op de arbeidsovereenkomsten. Het opnemen van pensioen vereist het beëindigen van de arbeidsovereenkomst, hetzij in onderling overleg, hetzij via een verkorte opzegtermijn van maximaal 26 weken (indien opgezegd door de werkgever) of maximaal 13 weken (indien opgezegd door de werknemer), ingaand op de eerste dag van de maand volgend op de maand waarin de werknemer de wettelijke pensioenleeftijd bereikt. Wie vervoegd pensioen wil geeft of krijgt in principe de normale opzeg. 

Leeftijd voor overlevingspensioen


Het overlevingspensioen wordt, onder bepaalde voorwaarden, toegekend aan de langstlevende echtgenoot of naaste familieleden na het overlijden van de betrokkene. Een van deze voorwaarden is het bereiken van de minimumleeftijd, die in 2024 49,5 jaar bedraagt. Vanaf 1 januari 2025 stijgt deze leeftijd naar 50 jaar voor de langstlevende echtgenoot, ongeacht het pensioenstelsel (privé of openbaar). 

Als de langstlevende echtgenoot (die minstens 1 jaar gehuwd was en niet veroordeeld is voor een aanslag op het leven van de overleden echtgenoot) niet voldoet aan de leeftijdsvoorwaarde, wordt een overgangsuitkering toegekend. De duur hiervan varieert afhankelijk van de gezinssituatie, van 18 tot 48 maanden. 

Welvaartsaanpassing van pensioenen


Sinds het Generatiepact van 2005 is het jaarlijks mogelijk om een welvaartsaanpassing door te voeren voor de pensioenen van werknemers en zelfstandigen, evenals andere sociale voordelen. 

Deze aanpassing komt bovenop de indexering. De sociale partners en de regering beslissen over de verdeling van een welvaartsbudget in het kader van het interprofessioneel akkoord. We wachten vol spanning op de vorming van de nieuwe regering om te vernemen welke beslissingen hierover worden genomen voor 2025. 

De indexering van pensioenen vindt daarentegen plaats wanneer de spilindex (het gemiddelde van de gezondheidsindexen van de afgelopen vier maanden, de zogenaamde afgevlakte gezondheidsindex) voor sociale uitkeringen en de lonen in de publieke sector wordt overschreden. 

De indexering van pensioenen wordt toegepast in de maand volgend op de overschrijding van de spilindex. Voor sociale uitkeringen en lonen in de openbare sector wordt de indexering twee maanden later toegepast. Volgens de maandelijkse voorspellingen van de gezondheidsindex zou de spilindex in januari 2025 worden bereikt, wat in februari 2025 een aanpassing van de pensioenen met 2% aan de kosten van levensonderhoud zou betekenen. 

Beroepsactiviteiten voor gepensioneerden


U kunt blijven werken terwijl u gepensioneerd bent, zonder rekening te houden met inkomenslimieten als u de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt. Ontvangers van een vervroegd pensioen moeten echter wel binnen de toegestane grenzen blijven. 

Let op: als uw beroepsinkomsten de toegestane bedragen overschrijden, wordt uw pensioen verminderd of geschorst voor het gehele betreffende jaar, afhankelijk van het percentage van de overschrijding. Aangezien uw pensioen en beroepsinkomsten gezamenlijk worden belast, is het mogelijk dat u meer belasting moet betalen. Bereid u hierop voor, en indien gewenst kunt u contact met ons opnemen voor een voorafgaande berekening om onaangename verrassingen te voorkomen. 

Voor 2025 zijn de bedragen nog niet bekend.
Vanaf 1 januari 2025 wordt echter een nieuwe inkomensgrens geïntroduceerd voor gepensioneerden die een flexi-job uitoefenen en op het moment van opname van het vervroegd pensioen geen 45 loopbaanjaren hebben of de wettelijke pensioenleeftijd niet hebben bereikt. Deze inkomensgrens geldt bij de cumulatie van een rustpensioen met inkomsten uit een flexi-job. 

Het bedrag is 7.190 euro per jaar indien u een vervroegd pensioen ontvangt en minder dan 45 loopbaanjaren heeft. 

Inkomensgarantie voor ouderen (IGO)

De IGO is een sociale uitkering die onder bepaalde voorwaarden wordt toegekend aan personen die niet over voldoende middelen beschikken. Dit betekent dat men minder heeft dan: 

  • 1.549,42 euro bruto per maand als alleenstaande (huidige index: 176,06); of 
  • 1.032,95 euro bruto per maand als samenwonende (huidige index: 176,06). 

Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar alle bestaansmiddelen van de aanvrager of van iedere andere persoon (behalve uitzonderingen) die met hem/haar samenwoont. Dit omvat pensioenen, beroepsinkomsten, vervangingsinkomsten, inkomsten uit roerende en onroerende goederen, enzovoort. 

Daarnaast moeten de andere voorwaarden worden vervuld: 

  • De wettelijke pensioenleeftijd bereiken (65 jaar in 2024, 66 jaar vanaf 2025, en 67 jaar vanaf 2030); 
  • Belgische nationaliteit of een gelijkgestelde status hebben; 
  • Uw hoofdverblijfplaats in België hebben en daar effectief en onafgebroken verblijven. 

Verblijf in het buitenland is toegestaan voor maximaal 29 dagen per kalenderjaar. Er wordt een willekeurige controle uitgevoerd, behalve in bepaalde gevallen. 

Om uw rechten niet te verliezen of geen sancties op te lopen, moet elke IGO-gerechtigde de Pensioendienst informeren vóór elke reis van meer dan 5 opeenvolgende dagen of 6 nachten naar het buitenland, bij langdurige afwezigheid van de woning (ziekenhuisopname of andere redenen), bij vertrek naar een rusthuis of verzorgingstehuis, en elke wijziging in de financiële situatie (verkoop van een goed, erfenis, schenking, enz.) en/of familiale situatie (samenwonen, huwelijk, overlijden, adreswijziging, enz.) melden. 

Voor meer informatie kunt u contact met ons opnemen!