In België is toegang tot gezondheidszorg een fundamentele pijler van het collectieve welzijn. Toch doen zich grote uitdagingen voor, met name de daling van het aantal geconventioneerde artsen en de verlenging van de wachttijden. Deze problemen treffen vooral ouderen, maar hun impact reikt verder en beïnvloedt de hele bevolking.
De conventiestatus is een overeenkomst tussen artsen en ziekteverzekeringsinstellingen, die gestandaardiseerde tarieven voor patiënten garandeert. Er is echter een verontrustende trend zichtbaar: steeds minder artsen kiezen ervoor om zich te conventioneren. In 2021 werd slechts 44% van de consultaties bij specialisten uitgevoerd door geconventioneerde artsen, en dit cijfer daalt gestaag. Deze situatie is bijzonder ernstig in Vlaanderen, waar het aandeel geconventioneerde tandartsen is gedaald tot 16,6%, vergeleken met 40,4% in Wallonië en 45,5% in Brussel. (belgiqueenbonnesante.be)
Deze afname leidt tot hogere kosten voor patiënten, doordat niet-geconventioneerde artsen extra honoraria vragen. Ouderen, die vaak afhankelijk zijn van een vast inkomen en een grotere medische behoefte hebben, worden hierdoor extra kwetsbaar.
Tegelijkertijd worden de wachttijden voor medische afspraken steeds langer. Volgens een enquête uit 2018 moest 48% van de patiënten meer dan twee weken wachten op een afspraak bij een specialist, tegenover 38% in 2013. (kce.fgov.be) Deze trend is deels te wijten aan het tekort aan artsen in bepaalde specialisaties en regio’s, waardoor patiënten genoodzaakt zijn om niet-geconventioneerde artsen te raadplegen of zelfs af te zien van de zorg die ze nodig hebben.
Ouderen worden het zwaarst getroffen door deze problemen. Hun vaak kwetsbare gezondheid vereist regelmatige medische opvolging, en financiële of logistieke drempels kunnen snel leiden tot een verslechtering van hun toestand. Maar deze problematiek beperkt zich niet tot ouderen. Gezinnen met een laag inkomen, mensen met een beperking en andere kwetsbare groepen ondervinden eveneens de gevolgen van de verminderde toegankelijkheid van gezondheidszorg.
Het aanpakken van deze uitdagingen met specifieke aandacht voor de meest kwetsbaren kan voordelen opleveren voor de hele samenleving. Zo kunnen bijvoorbeeld telemedicine-oplossingen, die oorspronkelijk bedoeld waren voor plattelandsgebieden of mensen met beperkte mobiliteit, de toegang tot zorg voor iedereen verbeteren. Ook beleidsmaatregelen die artsen aanmoedigen om zich te conventioneren, zoals financiële stimuli of belastingvoordelen, kunnen de gezondheidszorg betaalbaarder maken voor de hele bevolking. Kunnen verpleegsters niet een deel van de tussenkomsten van dokters op zich nemen ? Kan een ziektebriefje niet door anderen opgemaakt worden ? Samenwerking tussen verschillende operatoren is mogelijk een goede richting.