De regeringsonderhandelingen worden woensdag hervat. Fediplus heeft de hand weten te leggen op de Supernota die als basis dient voor de onderhandelingen. En het minste wat we kunnen zeggen is dat er goede voorstellen op tafel liggen. Grotere bijdrage van de hoogste pensioenen aan de collectieve begrotingsinspanning, versterking van het aanvullend pensioen, ... Toch ontbreekt nog steeds een grootschalige hervorming. Laten we de belangrijkste punten van deze nota doornemen.

Pensioenkosten

De overheidsuitgaven voor pensioenen zullen in België sterk stijgen, van 26,8% naar 31,9% van het BBP tussen 2022 en 2070, ruim boven het Europese gemiddelde dat voor 2070 op 25,6% wordt geraamd. Deze stijging is voornamelijk te wijten aan de toenemende kosten in verband met de vergrijzing.

Hervorming van de pensioenstelsels

Het doel is om de pensioenen van werknemers, ambtenaren en zelfstandigen te harmoniseren, met een herziening van de verworven rechten om meer rechtvaardigheid te creëren voor mensen met een gemiddeld pensioen. De nadruk ligt op de verhoging van de wettelijke pensioenen (eerste pijler) en de versterking van de aanvullende pensioenen (tweede pijler). Solide aanpassingen, maar geen algehele hervorming in zicht.

Minimumpensioen

Vanaf 2025 zou het minimumpensioen worden voorbehouden aan degenen met 35 jaar loopbaan met daadwerkelijke beroepsprestaties. Zorgperiodes, zoals zwangerschapsverlof, worden in de nota als gewerkte jaren beschouwd.

Vervroegde pensioenen en bonus/malus

Er zou een systeem van actuarieel evenwicht worden ingevoerd. Vroeger met pensioen gaan dan de wettelijke pensioenleeftijd zou leiden tot een malus, terwijl uitstel van pensioen een bonus zou opleveren.

Vermindering van gelijkgestelde periodes

Momenteel is een aanzienlijk deel van de pensioenrechten gebaseerd op niet-gewerkte periodes (werkloosheid, SWT). Vanaf 2024-2025 zouden deze periodes gelijkgesteld worden aan een fictief loon, met uitzondering van bepaalde sociale uitzonderingen (ziekte, ouderschapsverlof).

GRAPA

De inkomensgarantie voor ouderen zou worden aangepast op basis van de verblijfsduur in België, met een eis van 5 jaar ononderbroken legaal verblijf om in aanmerking te komen, en een berekening naar rato van de verblijfsduur. Het totale bedrag zou overeenkomen met een verblijf van 40 jaar.

Laten we opmerken dat het Grondwettelijk Hof een verblijfsvoorwaarde al had verworpen. Het Hof had zich in arrest nr. 6/2019 van 23 januari 2019 uitgesproken over de voorwaarde van tien jaar verblijf, waarvan vijf ononderbroken jaren, voor de toekenning van de GRAPA. Daarin stelde het Hof dat dit in het onderhavige geval geen “relevant en adequaat criterium is om de aanvragers van de IGO die een voldoende band met België vertonen te onderscheiden van de aanvragers die zich niet op die band kunnen beroepen”. Bovendien is “de voorwaarde van een verblijf van tien jaar onevenredig ten aanzien van de door de wetgever nagestreefde doelstellingen”.

Modernisering van het overlevingspensioen

Het huidige systeem van overlevingspensioen, dat de terugkeer naar werk kan ontmoedigen, zou worden vervangen door een overgangsuitkering, die genereuzer is maar beperkt in de tijd tot twee jaar.

Harmonisatie en verhoging van de pensioenleeftijd

De pensioenleeftijd van bepaalde beroepscategorieën (militairen, treinbegeleiders) zou vanaf 2025 geleidelijk worden afgestemd op die van andere ambtenaren. De preferentiële stelsels zullen vanaf diezelfde datum geleidelijk verdwijnen.

Versterking van de aanvullende pensioenen

Werkgevers zouden verplicht worden om bij te dragen aan aanvullende pensioenen voor alle werknemers, inclusief contractuelen in de publieke sector. In de nota is een werkgeversbijdrage van minimaal 3% voorzien. Werknemers zouden ook meer flexibiliteit krijgen over het moment van opname van hun pensioenkapitaal. Dit zou hen in staat stellen te voorkomen dat ze worden gestraft door hun kapitaal op te nemen op een moment dat de waarde van activa op de financiële markten sterk is gedaald.

Stimulans om langer te werken

De financiële prikkels zouden worden versterkt voor degenen die ervoor kiezen om na de wettelijke pensioenleeftijd te blijven werken. Een bevrijdende bijdrage zal worden ingevoerd voor degenen die hun inkomen willen aanvullen na 45 jaar loopbaan of na de wettelijke pensioenleeftijd.

Herziening van de pensioenberekening

Het pensioen van ambtenaren zou vanaf 2025 worden berekend op basis van de laatste 20 jaar salaris, in plaats van de laatste 10 jaar zoals momenteel het geval is. Deze berekening zou geleidelijk worden afgestemd op die van werknemers en zelfstandigen, om tegen 2045 een loopbaan van 45 jaar te bereiken.

Afschaffing van de perequatie, behoud van de vervangingsratio

De perequatie van het ambtenarenpensioen zou worden afgeschaft. De maximale vervangingsratio van 75% zou echter behouden blijven.

Meld je aan op onze nieuwsbrief!

Blijf op de hoogte van de laatste pensioentrends en financiële strategieën.