De Belgische federale regering, geleid door de Arizona-coalitie, heeft onlangs een ambitieus maar controversieel akkoord aangekondigd, dat de naam “Paasakkoord” kreeg. Dit plan, dat gevoelige domeinen als pensioenen, eindeloopbanen en gezondheidszorg raakt, veroorzaakte een schokgolf in het politieke en sociale landschap van het land. Maar wat staat er nu precies in dit akkoord? En waarom leidt het tot zoveel discussie? We duiken in de details.

Pensioenen: De bonuswortel en de malusstok

Een van de meest besproken onderdelen betreft de pensioenen. De regering wil duidelijk dat Belgen langer aan het werk blijven. Daarom voert ze een pensioenmalus in: wie met pensioen gaat vóór de wettelijke pensioenleeftijd van 66 (binnenkort 67 jaar, krijgt een financiële sanctie. Volgens premier Bart De Wever is dit bedoeld om "de houdbaarheid van het pensioenstelsel te garanderen". Voor velen voelt het echter meer als een straf voor wie niet in staat is om tot die leeftijd te werken.

Bovendien zal de Lalieux-pensioenbonus eindigen op 31 december 2025, en niet op 30 juni zoals elders werd vermeld. Concreet betekent dit dat enkel de prestaties tot eind dit jaar in aanmerking komen voor de berekening van de Lalieux-bonus. Daarna zal de FOD Pensioenen je bonus berekenen en bezorgen in de loop van 2026.

Hoe ziet dat einde van de bonus eruit? Voor één jaar werken na de vervroegde pensioenleeftijd gaat het vandaag over een maximale bonus van 4.006 euro in nettokapitaal voor de basisbonus. Maar voor de langetermijnbonus zal dit stijgen tot 12.018,09 euro netto voor één jaar werk.

En de nieuwe pensioenbonus? Die bespreken we [hier]. In grote lijnen moet je voortaan werken na de wettelijke pensioenleeftijd (en niet langer na de vervroegde pensioenleeftijd) om een bonus te ontvangen. Per gewerkt jaar na die leeftijd stijgt je wettelijk pensioen met 2%, 4% of 5%. Voor meer info en concrete voorbeelden, raadpleeg ons artikel!

Twee andere belangrijke wijzigingen die we vorige week al bespraken, worden nu bevestigd: een beperkte indexering voor de hoogste pensioenen. Vanaf 5.250 euro bruto per maand wordt de indexering geplafonneerd tot een bescheiden forfaitair bedrag. Zo wil de regering besparen op het pensioenbudget, terwijl ze zich richt op de hoogste inkomens. Tot slot zal de solidariteitsbijdrage op aanvullende pensioenen boven de 150.000 euro stijgen tot 4% (in plaats van 2%), wat vooral vermogende gepensioneerden treft.

Fediplus verzet zich tegen deze bijdrage op principiële gronden. We eisen de volledige afschaffing. De solidariteitsbijdrage is strijdig met het repartitiestelsel dat aan de basis ligt van onze pensioenen. De pensioenen moeten gefinancierd worden via sociale bijdragen op de inkomens van werkenden. Gepensioneerden hebben reeds bijdragen betaald tijdens hun loopbaan! In dit kader kan men hen niet opnieuw laten betalen. Bovendien is de onbeperkte duur van de fictieve rente onaanvaardbaar. Deze fictieve rente bepaalt het inhoudingstarief. Er is geen enkele rechtvaardiging om zo’n inhouding levenslang te behouden, zeker nu de gegarandeerde rendementen in de tweede pijler zijn verlaagd!

Deze maatregelen verdelen diep: sommigen prijzen een budgettair verantwoorde aanpak, terwijl anderen het zien als een aanval op de rechten van werknemers.

Eindeloopbanen: Flexibiliteit… onder voorwaarden

Ook op het vlak van eindeloopbanen komen er veranderingen – en zorgen. Een van de kernmaatregelen is de beperking in tijd van de werkloosheidsuitkeringen. Vanaf 2026 worden deze beperkt tot maximum twee jaar. Er is wel een uitzondering voor wie een opleiding volgt in een knelpuntberoep of werkt in prioritaire sectoren zoals de zorg, en ook voor 55-plussers. Maar ook die uitzondering komt met voorwaarden, aldus het Collectief Solidariteit Tegen Uitsluiting (CSCE in frans): om gespaard te blijven, moeten 55-plussers een loopbaan van 30 jaar bewijzen, en 35 jaar vanaf 2030. Dat dreigt oudere werklozen massaal uit te sluiten.

Tegelijk verschijnt er een onverwachte maatregel: het "herstartrecht". Dit mechanisme geeft werknemers die vrijwillig ontslag nemen, onder bepaalde voorwaarden recht op een werkloosheidsuitkering. Het doel? Meer flexibiliteit bieden en professionele heroriëntaties aanmoedigen.

Gezondheidszorg: Besparingen die zorgen baren

In de cruciale sector van de gezondheidszorg oogst het Paasakkoord eveneens verdeeldheid. De regering voorziet een betere opvolging van langdurig zieken, onder andere via een volledige digitalisering van medische attesten om de administratieve procedures te vereenvoudigen. Maar deze modernisering gaat gepaard met een forse besparing op het welzijnsbudget, dat met 586 miljoen euro wordt verlaagd.

Dat budget is een wettelijk mechanisme dat dient om vervangingsinkomens bij ziekte, werkloosheid en pensioen op peil te houden.

Vakbonden herinneren eraan dat "veel sociale uitkeringen in België nog altijd onder de armoedegrens liggen", en dat deze enveloppe bedoeld is om dat te compenseren. Ze helpt gepensioneerden, werklozen, zieken of personen met een handicap met de laagste inkomens.

De regering-De Wever wil tegen 2029 meer dan 2,8 miljard euro besparen op deze enveloppe. Deze budgettaire ingreep dreigt essentiële sociale en medische diensten rechtstreeks te raken, tot grote bezorgdheid van vakbonden en sectororganisaties. "Dit is besparen op de rug van de meest kwetsbaren", klinkt het.

Toch blijft er een belangrijke onduidelijkheid hangen. Het akkoord lijkt niets te zeggen over de gelijkstelling van ziekteperiodes in de pensioenberekening. Een bijzonder gevoelig onderwerp, dat is uitgesteld naar later. Wij blijven het op de voet volgen.

Een akkoord dat diep verdeelt

Het Paasakkoord leidt tot hevige reacties bij vakbonden en meerdere politieke partijen. Verschillende linkse partijen spreken van een "ongeziene sociale afbraak", terwijl Magnette de regering beschuldigt van het opleggen van een wrede keuze: "meer werken voor minder geld". Groene partijen maken zich zorgen over de sociale besparingen en hekelen de verhoogde militaire uitgaven ten koste van klimaatmaatregelen.

De regering daarentegen verdedigt haar hervormingen met hand en tand, en benadrukt dat deze nodig zijn om de overheidsfinanciën duurzaam te houden en het hoofd te bieden aan de vergrijzing.

En nu?

Het Paasakkoord markeert een keerpunt in het Belgische sociaal beleid. Het is een gedurfde maar risicovolle gok: een grondige hervorming doorvoeren terwijl men een fragiel evenwicht probeert te bewaren tussen sociale rechtvaardigheid en budgettaire discipline. De vraag blijft: zullen deze maatregelen echt bijdragen tot een duurzame toekomst voor iedereen, of zullen ze de ongelijkheden juist verdiepen?

Eén ding is zeker: dit akkoord laat niemand onverschillig… en niemand ongedeerd.


Hebt u vragen over uw pensioen, uw einde loopbaan of dat van uw medewerkers? Neem contact met ons op!