Het Grondwettelijk Hof heeft zich op 4 december 2024 uitgesproken over de wet van 26 december 2022, die een leeftijdsgrens invoert voor gerechtsdeurwaarders. Deze beslissing bevestigt de legitimiteit van deze maatregel en verwerpt de ingestelde annulatieberoepen. Maar wat betekent deze wet concreet en waarom is ze belangrijk voor het beroep? Laten we de details bekijken.

Verjonging van het beroep als hoofddoel

De wet stelt een leeftijdsgrens in van 70 jaar voor gerechtsdeurwaarders, met een mogelijke verlenging tot 75 jaar indien 30 dienstjaren nog niet zijn bereikt. Deze hervorming is gericht op de verjonging van het beroep en het bevorderen van een betere overdracht van ervaring tussen generaties. Het Hof oordeelde dat dit doel legitiem is en in overeenstemming met de Europese richtlijn 2000/78/EG die discriminatie op basis van leeftijd verbiedt.

De leeftijdsgrens werd niet als buitensporig beschouwd. Ze ligt immers hoger dan de wettelijke pensioenleeftijd en is vergelijkbaar met de grenzen die gelden voor andere publieke beroepen zoals notarissen of magistraten. Een overgangsregeling stelt gerechtsdeurwaarders die de leeftijdsgrens voor 2026 bereiken in staat om hun functie tot die datum voort te zetten.

Een proportionele en niet-discriminerende maatregel

Het Hof heeft ook de beweringen van discriminatie weerlegd. Gerechtsdeurwaarders zijn openbare ambtenaren met officiële taken, wat hen onderscheidt van vrije beroepen zoals advocaten of artsen. Hun specifieke status rechtvaardigt de invoering van bijzondere regels, met name op het gebied van dienstduur.

Geen inbreuk op fundamentele rechten

De beroepen wezen op vermeende schendingen van het eigendomsrecht en de vrijheid van ondernemerschap. Het Hof oordeelde echter dat de leeftijdsgrens proportioneel is aan de nagestreefde doelstellingen. De inmenging in deze rechten is gerechtvaardigd door het algemeen belang van de regulering van het beroep. Evenzo wordt het recht op respect voor het privéleven niet geschonden, aangezien gerechtsdeurwaarders na hun loopbaan de mogelijkheid behouden om zich sociaal te ontplooien.

Een goed georganiseerde overgang

Tot slot voorziet de wet in een overgangsperiode tot 1 januari 2026 voor gerechtsdeurwaarders die dicht bij de leeftijdsgrens staan. Deze termijn biedt voldoende ruimte om zich voor te bereiden op het einde van hun beroepsuitoefening, waarmee wordt voldaan aan de eis van gerechtvaardigd vertrouwen.

Conclusie

Het Grondwettelijk Hof heeft alle bepalingen van de wet van 26 december 2022 bekrachtigd. Deze beslissing betekent een belangrijke stap naar een modernere en beter aangepaste regeling van het beroep van gerechtsdeurwaarder. Voor hen houdt deze hervorming nieuwe reflecties in over hun loopbaanplanning en de overgang naar pensioen